Commentaar
Spaanse goede cijfers als dekmantel
Beursdeelname neemt verder af
Tijdens de persconferentie bleek de Ascer, de overkoepelde organisatie voor de Spaanse tegelwereld, behoorlijk positief over de productie van de Spaanse tegelindustrie die zelfs met 1% groei laat zien. Dat zegt uiteraard niets over omzet of mogelijke winst. Vooral wordt benadrukt dat Spanje de leider blijft binnen de keramische industrie.
Door Matthijs Pronker
Inhoudelijk werd niet ingegaan op de enorme terugloop van beursdeelname en de wankele positie die de Cevisama inneemt op internationaal niveau. We merken al enkele jaren dat de helling naar beneden steeds steiler wordt. De meeste vooraanstaande producenten laten het al vijf jaar afweten en ontvangen in eigen huis. De showrooms worden mede met dat doel steeds verder uitgebreid.
Datzelfde geldt in Italië, dat voorlopig wel juist alle Spanjaarden en Portugezen mag verwelkomen in Bologna. Voor het eerst was de Italiaanse delegatie in Valencia afwezig, markant nadat juist de afgelopen jaren de concurrentie was omgebogen tot verregaande bundeling van krachten.
De beursorganisatie zelf betoonde zich achteraf louter enthousiast over de bezoekersaantallen en deelname. In het verlengde van de productiecijfers kun je hierbij stellen: welke deelname? Tal van bedrijven die normaal geen plek konden verwerven hadden nu een stand en dan gaat het om sanitair en natuursteen of randzaken die zeker publiek trekken: nationaal.
De Cevisama is haar internationale allure en zeggingskracht kwijt. Uit Nederland en Vlaanderen kwamen overwegend tegelspecialisten die afspraken hadden met hun merken. Waar de beurs voorheen het speerpunt was van ontmoetingen, ook onderling, vond dit mondjesmaat plaats. Agenten komen of geheel niet op de beurs of vliegen dagelijks van Valencia naar de fabrieken in Castellon. Dat is vergelijkbaar met pendelen tussen de RAI Amsterdam en een industriegebied bij Rotterdam. Zie dan je agenda maar sluitend te krijgen. In die gelederen werd in elk geval niet alleen gesputterd, maar vooral gesuggereerd dat Cevisama 2025 de laatste is voor de tegelbranche. Van een aantal belangrijke spelers werd al gemeld dat die volgend jaar van deelname afzien.
Het is triest en realistisch. Als geen enkele organisatie de klanten weet te binden met nieuwe middelen, dan begint de leegloop. Zie het als een shop in de shop bij grote bedrijven die daarop welvaren. Als hun eigen winkel verderop goed loopt, verlaten ze het dure hoekje in een warenhuis tenzij… de loop daar hoog blijft.
De run op Cevisama is helaas een gelopen race in negatieve zin. Daarmee doen zich allerlei speculaties voor in de wandelgangen. De beurs zou meer binding moeten leggen met de binnenstad van Valencia, of sterker nog: verhuizen naar Madrid. Zoals een deel van de exposanten in Bologna al jaren geleden overgestapt is naar de Meubelbeurs in Milaan. Feestelijker, niet altijd gekoppeld aan fabrieken en showrooms en de ondertiteling Design op elke straathoek.
Een goed idee, maar dat had dan al een aantal jaren geleden moeten worden voorbereid. Toen al duidelijk werd dat eigen huis regeerde bij de producenten boven het credo Allen voor één en één voor allen. De laatste musketiers hebben heldhaftig deelgenomen en veel goede respons gekregen. Maar vechten voor behoud van de beurs met een kleine 20 producenten terwijl dat er ooit 200 waren, dat is vechten tegen beter weten in.
Hoewel, vol optimisme wordt na tien jaar leegstand het beurshotel aan de overzijde eindelijk gerenoveerd. En een van de grootste producenten heeft hier volgend jaar een feestgala in een stadion van Valencia gepland. Omdat bijna alle klanten in de stad verblijven. Tot op heden. ■
U bevindt zich hier:
HOME Nieuws Nieuwsarchief Al het nieuws uit 2025 TegelTotaal 2025 nr. 1 Beursdeelname neemt verder af